Categorie archief: Geen categorie

Mallorcan magic – Sanity and happiness are an impossible combination – M Twain.

Terwijl ze links van me aan het beachballen zijn – met onverdeeld succes gezien het feit dat ik het balletje al drie keer heb teruggekopt – en er rechts een jongetje zijn bommetjes-skills aan het finetunen is probeer ik onverstoord mijn zwemtraining te volbrengen. Dat onverstoorde gaat wel goed. Al in groep 1 beschreef juffrouw Annet me op mijn rapport als: Miriam weet precies wat ze wil. Ruim dertig jaar later is dat niet anders. Ik weet wat ik wil en ben er heel goed in om me dan vooral op die ene taak te concentreren. Voor mijn omgeving is dat niet altijd makkelijk. Ze kennen me niet anders dan als Miss plan ahead en als ik iets eenmaal in mijn hoofd heb er voor probeer te zorgen dat het links of rechtsom wel gaat gebeuren. Het afgelopen jaar is een goede uitdaging voor me geweest. Een blessure, die veel langer duurde dan ik had verwacht en me nu al ruim een jaar aan de kant houdt, leerde me om te accepteren dat je niet alles kunt plannen en het moet nemen zoals het komt. Maar ook blessures gaan Miriam-style: er is veel wat je wél kunt doen. Dus dat betekende de afgelopen maanden dat ik me suf heb gewandeld, eindeloze oefeningen heb gedaan, ben gedryneedled, geshockwaved en geprp-d (niet alles met succes) en vooral veel gezwommen. De zwemtraining van vandaag is dan ook eerlijk gezegd– enige arrogantie is mij niet vreemd 😉 –  niet echt een uitdaging. Ik weet dat ik de lange training die vandaag op het programma staat redelijk comfortabel kan volbrengen. En dat is precies wat me drijft: een jaar geleden had ik niet kunnen denken dat ik zo’n training ooit kon doen. Maar met een dosis koppigheid, heel veel plezier én een nieuwsgierigheid naar mijn eigen kunnen kom je een eind. Toen ik begon met mijn zwemtrainingen, 5 jaar geleden, zwom ik zo’n 2 minuten per 100 meter. Er was serieus werk aan de winkel maar ik vond het geweldig om in een nieuwe sport te duiken én snel de progressie te merken. En ik ben geen wedstrijdsporter pur sang. Ik houd vooral van het gevoel dat je hebt tijdens training. Niet erná maar tijdens. De uitdaging, de focus, het afzien én de flow. Jezelf dag voor dag verbeteren en dan uiterlijk een wedstrijd doen waar het allemaal samenkomt.

Maar ik dwaal af; die zwemtraining. De grootste uitdaging voor vandaag is de warmte. Het is 31 graden. En dan heb ik het over de watertemperatuur, de luchttemperatuur is nog zo’n 5 graden warmer. Precies waarom ik  besloten heb een tijdje op Mallorca te gaan wonen. Niet alleen geloof ik heilig in het trainingseffect van hitte, het herstel van mijn blessure lijkt in warme omstandigheden veel voorspoediger te gaan. En juist die blessure heeft me het afgelopen jaar me enerzijds zo dwars gezeten en anderzijds doen beseffen hoeveel ik van triathlon houd én dat ik nog niet klaar ben.  

Fastforward to 2021: Vóór corona, vóór mijn blessure had ik mooie stappen gemaakt in het fietsen in combinatie met het lopen. Nu na corona en na ruim een jaar blessureleed heb ik vooral stappen gemaakt in het zwemmen. Ik zie het vooral als meant to be: ik had nu enorm veel tijd én energie om alles in het zwemmen te steken. Ik heb hopelijk nog een paar jaar om als PRO mooie wedstrijden te doen, een resultaat te behalen waarvan ik nooit had kunnen denken dat ík het ooit kon behalen. Maar om dat te realiseren moest ik wel keuzes maken: en een van die dingen was een plek opzoeken waar ik goed kon trainen. Het tweede was een coach zoeken die met me wilde werken. In Cam Watt heb ik vorig jaar iemand gevonden die het geduld heeft om me te trainen, minstens zo ambitieus is als ik en niet onbelangrijk: geloofd in veel zwemmen 😉.

Besluiten dat je voor onbepaalde tijd naar het buitenland gaat en het ook daadwerkelijk doen had nog wel wat voeten in de aarde. Maar gelukkig kan ik mijn werk voor TeamNL en de KNLTB gewoon vanuit hier doen en heb ik Chris die me dit gunt, volledig achter me staat en me gelukkig veel op komt zoeken.

Nu is het zaak om weer helemaal belastbaar te zijn, de combinatie van het lopen, fietsen en zwemmen te maken en samen met mijn coach Cam eindelijk aan de start te staan van die langverwachte wedstrijd. Ik besef me wel: die startlijn wordt met elke dag een beetje mooier.

Canberra here we come…. 🐨

In less than two weeks I’ll be heading to the Australian Institute of Sport in Canberra, Australia. Top-researcher Louise Burke and her group have invited me to join the Spudathon study: a study looking at maximale carb loading in elite marathon runners.

During the four weeks I’ll be training in (sunny) Canberra I’ll have a pre- and posttest (running economy, VO2max and 35K running test) with a 17 day CARBMAX intervention. Very keen to learn all there is about this intervention, its effect and the final outcome of this top-notch study. Hopefully it is the perfect preparation for the ITU long distance World Championships in Pontevedra in May.

In case you are interested, I’ll write a blog for 3athlon.nl about my experiences, hopefully sharing some video’s from down under .

Can’t wait to get there! 🏊‍♀🚴‍♀🏃‍♀

Yeah, second place at Powerman Malaysia!

28514444_10155773635491281_4991449014075781396_o

My not so short, (pre-)race story..

People who know me, know I like to plan ahead and have things organized. The Powerman Malaysia however required me to be flexible in a lot of ways. I think I passed the test. But next time, no unexpected weddings, bedtime at 21.00 and a bike three double checked.

That the Powerman would be held at 0.00 our time was expected. That, with arrival only two days before the race I might have some problems sleeping was expected (although I slept really, really well). That it would be hot, humid and I would be toasted was expected (which turned out even worse). But that I had to cycle single speed with an unwilling chain, had a saddle drop of about 5 cm, 10K in the race and ended up at a wedding, 6 hours before my alarm went off was not part of the plan. It required some mental gymnastics.

How did we get invited into this big fat wedding? We’re not sure. One moment we were just chatting to two ladies in the elevator and the next moment they insisted we would come to their son’s wedding that night. Our names were instantly put on the guest list, we were ordered to dress up and were expected to be there 20.00. Sharp.
The biggest challenge was the ‘dress up’ part. Travelling a lot means taking less and less clothes so this time we decided to take only the basics (read: sport clothes). Which apparently did not include any dress/fancy trousers and/or blouse. We had a mission. Luckily Malaysia is home of shopping malls and we managed to buy ourselves a smart, Malaysian priced outfit within a 2 hour time limit. So after the technical meeting and a buffet style dinner (think rijsttafel) we dressed up and headed towards the wedding. Or more accurately: THE WEDDING. As we approached the wedding area we got slightly nervous when we saw more and more fancy dressed people going in the same direction. At arrival we were lead to table 15 (of 50, each seated 10) in a well-decorated huge ballroom. We were not only invited to the party, dinner was included….
Our plan to say hi, deliver the present, do some dancing (just joking) and sneak out didn’t quite seem realistic. Nothing better than to relax and enjoy the Malay ceremony, speeches of friends and family, live music and of course eating a bit of the very tasty food (who says no to second dinners 😉. There was no possibility to sneak out any sooner than 22.30 after saying thanks to the whole family for the invitation. It was very, very much time for bed. For someone who thinks 21.00 is way past bedtime, with a big race on the program, this was beyond comfort zone. If it would affect me on race day? It was no point in worrying about it. I would see.
With hindsight I think it did affect my race. But with humidity, the high temperature and the problems on the bike I guess it was the thing that made me smile inside for the whole race.

(I’m the girl hidden behind that cap)

A team shared effort…

Photo: Christie Brouwers18836145_1447810045278023_1742428189_o

 

It’s exactly ten years ago when I decided I wanted to become the best athlete I could ever be. Not hindered by any knowledge on training, nutrition or physiology. I simply knew I wanted to see how far I could come. From that moment on I tried to live as I thought elite athletes would do. Train hard, eat well, sleep enough. I switched from studying economics to fysiology, read everything I could find that was somewhat sport related and tried to find people who could help me with my journey. Some people have been there from the beginning. These people are probably unaware how much it means if others support you, believe in you and are willing to invest in you.

At the National Championships Duathlon I won my first ever gold medal on a championship. And, maybe ever more than for myself, I was so unbelievably happy and thankful for the people who have supported me. Duathlon really is not an individual sport. It is a team shared effort. And therefor a team shared joy.

Thanks guys: You make my world go round

Stijn Boek: The best fysio around. Keen to be the best he can, investing countless time and knowledge.

Rob Veer: The mental support. An honest and sometimes confronting mirror who taught me to listen to my body.

Leslie Pangemanan: Men, this guy can massage. Clench your teeth and come back with the freshest legs :-).

Stefaan de Vliegere: A coach who really throws me far, far beyond my comfort zone. I love it.

Odlo & especially Tessa Bos: Having a sponsor like this. Wow. Just wow. Too proud!

Hammernutriton & Buddy: Being able to go full speed to the end is Hammer’s gift which is greatly appreciated.

Beet-it Sport: My preferred breakfast three hours for a race: A beet-it bar. Just in time for the highest nitrate peak at race time.

Chris: Your support, love and trust. It almost hurts <3.

5th at the World Champs… who would have thought…

The last five weeks have been the best ever. Spending more time on the bike and on running than sitting on a chair, feeling stronger by the day and constantly thinking about that one special day coming up: the world championship duathlon in Zofingen.

At the start line I felt as you are only lucky enough to feel once in a while. Fresh, eager and knowing that you’re in good shape. But despite all up and downhil training in St. Moritz, after 3K, where the route goes downhill quite steeply, I got cramp in first my left and a few meters later in my left leg. Quite severe cramp. And it stayed there for the remaining of a very, very long race.

As Mirjam Weerd advised me before the race: “Embrace the suck”. So that’s what we did: accept that it was going to be a very long, very tough race, right from the very beginning.

Luckily there were a lot of positive things to look back upon: no mechanical problems (thanks Swissside, thanks Felt!), no stomach issues, no hitting the hammer (thanks to 8 (!) Hammer gels and a portion Hammer Perpeteum), two good transitions and a focus that was aiming for the finish; no matter what.

This focus was very much inspired by a bunch of people who got me to that start line in the first place. People who gave me love, support and most important, the faith that everything is possible.

Hey, and 5th of the world… who would have thought.…14233091_10154211226791281_5605661232735934535_n

My best year yet – how scary is that…

13730847_10154282912746963_3031165340412905599_o

In 2014 I tried to qualify for the EC marathon. However, all signs were saying no. Training didn’t really go well, there was little pleasure in the hard work and I didn’t believe I could actually do it. Running the Rotterdam marathon, which was supposed to be the qualification race, was in a way easy for the mind: A good race would be against all odds and I had nothing to lose. No surprise that the race went really bad and was my slowest marathon yet.

How different is it now…

With six weeks to go to the Long Distance World Championships Duathlon in Zofingen Chris and I installed ourselves in the beautiful Sankt Moritz. The last few years I have mixed training with my PhD, with writing a cookbook and delivering articles for running and nutrition related magazines. The diversity this combination brings me usually gives me a lot of energy and makes sure I don’t get bored with either one. But it also means a lot of planning, setting priorities, skipping on rest and having a head that is jumping from statistics to journals to training schedules. The last years when I would be abroad, usually training in some awesome place, my work was there. But this time I let all the work at home and didn’t do much else than train, sleep and eat. And eat :-).

The extra rest, the altitude of St Moritz, plenty of hills, great company and the best weather really made me much stronger. What a wonderful feeling it was to feel a little stronger every day, running PB’s, increasing watts week by week (both relative and absolute) and maximizing endurance by cycling up to 5 hours on just water.

One week to go before Zofingen I feel I’m in the best shape I have ever been. And how scary is that. It means I don’t have any excuses. There were no hick-ups, no injuries and no things I should have done but neglect doing. I hope to have my best race yet but I have to accept that the girls that will finish in front of me will just be better. It’s scary because whatever the result, what I’ll show in Zofingen is all I’ve got.

The preparation for Zofingen was powered by some great people! Thanks Chris for joining me on all trainings, up all mountains (“If you decide which way, it’s always up”) and being you. Thanks Hammer Nutrition® (Buddy!) for showing faith in me as an athlete. I’m so proud to be your new ambassador. And thanks Beet-it power, powerbreathe, Glencore, Stijn Boek, Rob Veer, mum and dad, Ann and Fernand for being there.

Bietensap op vakantie

Voor een belangrijke wedstrijd (het EK Duatlon in dit geval) doe ik de voorbereiding graag een paar weken in een zonnig oord. Met wat minder werk en wat andere prikkels hoop ik dan net een beetje beter te kunnen trainen dan thuis. Ik weet nooit zo goed hoe ik dit moet noemen. Vakantie? Trainingsstage? Vakantie zonder sporten vind ik geen vakantie. Maar trainen gaat automatisch gepaard met een vakantiegevoel. Lekker weer, heel de dag buiten en alle bergen, looppaadjes en zwemmeertjes ontdekken, dat komt voor mij behoorlijk dicht in de buurt van de ideale vakantie.

De inhoud van mijn koffer ziet er deels ook niet anders uit dan voor een doorsnee vakantie. Badpak? Check. Zonnebril? Check. Zonnebrand? Check. Voor een sexy flaneerjurkje, uberhippe maar allesbehalve praktische slippers of vijf verschillende strand/stad/uitgaanstopjes is helaas geen plaats. Die plaats wordt ruimschoots ingenomen door een wetsuit, twee badmutsen, mijn zoomers/peddels/pullbuoy, fietsschoenen, Trisportpharma sportvoeding, massagestick, vier paar loop- en fietssetjes, de nodige fietstool, mijn hartslagmeter, mijn Powerbreathe en mijn powermeter. En een paar flesjes Beet-it bietensap die ik de komende weken standaard bij mijn ontbijt, lunch en avondeten drink voor extra adaptatie. Proost.

 

De vakantie (of de trainingsstage) op Mallorca is hier al goed begonnen. Gisteren waren we om 6.00 op pad voor een sunrise looptraining, volgde anderhalf uur later een zwemtraining onder de stralende zon en mochten we vervolgens  op de fiets voor een prachtige tocht over de col de feminina en terug via Soller, Petra en Can Picafort. Tussen de trainingen door lig ik op bed, stretch ik zoveel mogelijk en probeer er nog wat kracht- en coretraining in te squeezen (behalve borden pasta, havermout en paella). Twee weken train, eat & sleap. Repeat. Vakantie? Hell Yes!
20160410_094921

All I could do was smile

De dag voor Powerman Mallorca zat ik met bondscoach Armand van der Smissen de wedstrijd voor te bespreken. We hadden het over zijn mooiste overwinningen, wat het betekent om te winnen en over de passie voor sport. Ik zei hem dat de mooiste beloning van een wedstrijd voor mij was om te finishen. Het moment dat je over de finish komt en weet dat je alles hebt gegeven. Een beker, een podium en zelfs prijzengeld doen me weinig. De finish, dat is de beloning. Ik wist niet dat de volgende dag zou worden getest hoe waar ik deze woorden echt meende.

 

Om zaterdag om 9.05 startte de race. Ik had me voorgenomen om met de eerste loopsters mee te starten en ging er dus direct vandoor. Alleen de Spaanse Garcia was gek genoeg om me te volgen. De net geen tien kilometer leidde ons langs de prachtige kustlijn net voor het 1e keerpunt op 2.5 km moest ik haar laten gaan. Op datzelfde punt, 5 km later, kwam de Deense Susanne Svendsen me hard voorbij maar het gat met haar werd nooit groter dan 30 seconden. Ik ken Susanne van andere wedstrijden en wist dat ik kon kloppen in de 2e run, maar zeker niet op de fiets.

Mijn wissel ging voor mijn doen redelijk vlot, ik sprong zowaar op de fiets (Marina kon trots op me zijn) en met een lijf vol adrenaline haalde ik meteen vier Spaanse mannen in die zich angstig remmend door de eerste bochtjes wurmden. Remmen? Chris en ik hadden afgesproken dat ik mijn remmen deze race niet nodig had. Die waren deze race uitsluitend ter decoratie. Een beetje zoals mijn fietsbel tijdens mijn vorige Powerman.

We hadden het parkoers de dagen ervoor verkend en ik wist dat het me goed lang. Weinig bochten, niet te steil maar wel een paar lekkere klimmetjes. Op de derde klim van enige betekenis haalde ik iets roods in op de fiets. Ik was zo verbaasd dat het Susanne Svendsen was. Die had ik ondertussen al enige minuten voor me verwacht. Een compleet fanfare-orkest ontpopte zich in mijn oor: Ik haalde Miss Fiets in! In de afdaling die daarna volgde was het echter snel gedaan met de vreugde. Hoewel ik bijna plat op mijn stang lag en vol gas meefietste, haalde ze me weer in. Aan het eind van de afdaling had ze al 300 meter voorsprong. Een gat dat ik niet meer heb kunnen dichten en wat tegen het eind van het fietsparkoers tot 3.5 minuten was opgelopen.

Mijn tweede wissel verliep zonder problemen en weg was ik. Of, soort van weg. Waar ik voorheen vrij makkelijk de overgang maakte van fietsen naar lopen liep ik nu weg met serieuze olifante-poten (Armand noemde het later een soort zijwaarts lopen, thanks Armand J). Dat had deels te maken met de ijsklompjes waarin mijn voeten waren veranderd maar veel meer met de kracht die ik had geleverd op de fiets. Het was een nieuwe ervaring om op de fiets zoveel te kunnen geven, op een fiets die perfect op mij was afgesteld (hulde Jan, de man met de vier rechterhanden). Die olifantenpoten verdwenen gelukkig na 1.5 kilometer. Maar goed ook, want hoewel het gat met Susanne langzaam kleiner werd, waren de drie minuten te veel om haar nog in te halen. Het gat met de nummer 4 was bij de wissel slechts 30 seconden dus ik moest nog wel even flink doorlopen.

Gelukkig ging dat lopen steeds beter en kon ik uberblij (ik kan geen ander woord bedenken voor de overtreffende trap van blij) na iets meer dan 3h00 over de finish. Mijn belangrijkste doel: kwalificatie voor het EK op 5 mei (in Kopenhagen) was daarmee geslaagd.

 

Het liefst had ik mijn verhaal hiermee afgesloten. Ik was euforisch. De beloning, om-  als derde – over de finish te komen, had ik gehad. Ik was redelijk uitgeput en wilde gaan genieten van een prestatie waarvoor ik de afgelopen maanden hard (en met heel veel plezier) had getraind. Na een knuffel met Chris, een high five met John Raadschelders en een zoen van de directeur van Hotel Ferrer was het echter gedaan met de pret.

 

Dit jaar werd de Powerman voor het eerst op Mallorca gehouden. We prezen ons gelukkig met het prachtige, strakke fietsparkoers, het frisse loopparkoers langs zee en een verblijf in het Ferrer-hotel waar de slogan Fresh and Friendly daadwerkelijk door alle personeelsleden wordt uitgedragen. Nog nooit was ik ergens zoveel toegeglimlacht als hier in de afgelopen dagen. Dat het de eerste editie van de Powerman op deze locatie was betekende dat de organisatie geconfronteerd werd met een nieuw draaiboek. En dan gaat er weleens iets mis. Tijdens de vrolijke technicalmeeting werd ons duidelijk dat er weinig duidelijkheid bestond over het gebruik van boxen, het al dan niet achterlaten van je fles- en gelrommel en dat er op sommige delen van het parkoers niet gestayered mocht worden maar dat je er ook geen straf voor kreeg als je het wel deed. Juist ja. Op de vraag of er ook een coachingzone was werd negatief geantwoord. Of je dan overal mocht coachen kregen we een bevestiging. Aan stayeren doet Team Holland niet, flessenrommel maken ook niet (dan ben je toch zowaar je mooie bidon kwijt) en boxen gebruiken is meer dan logisch. Er kon dus weinig misgaan. Dachten wij.

Flash forward naar het eind van de wedstrijd. Ik had voor mijn doen hard gelopen, alles gegeven op de fiets en was van plan dat ook weer te doen bij de tweede run. Mijn overgebleven voorraad koolhydraten dacht daar anders over dus ik was maar wat blij met het gelletje waarvan ik wist dat het op me stond te wachten – in de vorm van een zwaaiende Chris – op kilometer 5. Ik nam het gelletje aan, spoot het naar binnen om de laatste 5 km van de wedstrijd in te gaan. Al snel kreeg ik een fietser met me mee. Ik vroeg me al af of hij gewoon voor de gezelligheid naast me kwam fietsen toen hij me een kaart liet zien. Ik vroeg hem al hijgend of het een penalty was maar daarop antwoorde hij ontkennend. Mijn gebrek aan Spaans betekende dat ik niet begreep wat het dan wel was. Maar blijkbaar mocht ik wel doorlopen wat ik dan ook deed.

Bij de finish kwam ik te horen wat de kaart dan daadwerkelijk wel betekende: diskwalificatie.

WTF? De official die me kwam vertellen dat ik gediskwalificeerd was vertelde me dat het kwam door unoffical aid; oftewel het gelletje dat Chris me had aangegeven. Ik geloof dat ik bijna ontplofte en – achteraf niet zo handig – de official vertelde dat we die vraag tijdens de technical meeting niet voor niets hadden gesteld: we mochten toch overal coachen?

Het kwaad was echter geschied. Binnen no time was er een jury, kreeg ik een Spaans formulier onder ogen waarin ik mocht invullen wat ik van de zaak vond en werd beneden alvast de prijsuitreiking gedaan waarbij de nummer 4 werd gehuldigd als nummer 3.

Daar sta je dan. Van euforisch blij naar intens verontwaardigd en verdrietig. Ze pakte me verdorie mijn derde plek af. Onterecht, in mijn, en vrijwel ieders ogen die aanwezig was bij de technical meeting. Gelukkig kwam de bondscoach direct naar me toe; mijn kwalificatie voor het EK had ik dubbel en dwars verdiend. Na tien keer slikken was het klaar met het verdriet. Ik was gekomen voor die kwalificatie. Die was binnen.

So all I could do was smile.Schermafbeelding 2016-02-28 om 02.48.17

Kleine roze fietjes

Terwijl mijn klasgenoten op hun verjaardag kwamen aanrijden met een stoere omafiets had ik voor mijn 8e verjaardag maar 1 ding op mijn verlanglijstje staan: Een Echte Racefiets. Zo een waar mijn papa net zijn eerste triatlon op had gedaan en waar hij stoer elke zondag mee ging trainen. Met mijn kinderfiets kon ik hem nu niet bijhouden. Met een Echte Racefiets kon ik ook gaan trainen.

Glimmend van trots was ik op mijn eerste racefiets: Een roze Peugeot met 8 versnellingen en een bagagedrager. Waar de rest van de klas om half 8 vertrok om naar school te fietsen, vertrok ik om iets na achten. Om ze halverwege, met snot voor mijn ogen, zo hard mogelijk voorbij te fietsen.

Met de jaren werd die competitiedrang steeds groter, ging ik het fietsen steeds leuker vinden en bleef mijn voorkeur voor kleine roze fietsjes.

Mijn eerste duatlon in Geel, ruim twintig jaar later, reed ik op een oudroze, stalen Cadex. Met een zelfgefabriceerd, 3 kilo-wegend opzetstuur. Mijn eerste triatlon op een glimmende, aluminium Giant. Maar het tijdsverschil op de fiets met de eerste dames was groot, veel te groot. Zolang ik rondreed op deze fietsen had ik een mooi excuus. Maar hoewel ik met veel plezier rondreed op mijn trouwe rosjes vroeg ik me toch af hoeveel winst ik nog kan pakken. Met een carbon, aerodynamisch frame met rotorbladen en een opzetstuur?

In 2016 heb ik ambitieuze doelen. Aan het materiaal gaat het niet liggen. Nu nog een plaatsje vinden voor mijn Trisportbidons. First stop: Powerman Mallorca 28 februari.

20160109_145638

Lastig gaat ook… Valencia marathon…

Sinds een jaar of twee ben ik mijn eigen trainer. Ik heb grofweg een plan in mijn hoofd welke trainingen ik wanneer uit wil voeren. Als ik ’s ochtends mijn loopschoenen aantrek, in het water duik of op de fiets spring weet ik pas echt wat ik ga doen. Mijn werk van de vorige dag, hoeveel ik heb geslapen en het ‘gevoel’ bepalen uiteindelijk of het een rustige training wordt of eentje waar ik mezelf een beetje, of een beetje veel push. Door veel vallen en opstaan, honderd keer mijn neus stoten dacht ik wel zo’n beetje door te hebben wanneer het genoeg is en wanneer ik nog even kan moet trainen of juist moet stppen. In de aanloop naar de marathon van Londen dit voorjaar en de Kustmarathon in oktober ging dit heel goed. Bij beide marathons presteerde ik beter dan ik had verwacht. In Valencia, aanstaand weekend, zou ik, blessures daargelaten, een aanval doen op mijn PR van 2h41.

Maar waar ik voor Londen en de Kustmarathon al weken lekker draaide, elke training beter ging dan verwacht en het leek of ik steeds beter in vorm raakte voelt het nu anders. Niet in vorm. Moe. En daarom ook zonder de dosis zelfvertrouwen die me meestal de laatste week ineens overvalt.

Op gevoel trainen betekent voor mij dat ik luister naar heel mijn lichaam. Naar mijn benen die aangeven dat ze uitgerust zijn, mijn hart die geniet van veel en steeds anders trainen maar ook naar mijn hoofd dat zegt dat het op een bepaald moment niet ideaal is om zo hard of zo ver mogelijk te gaan. Meestal gaat dat goed. Maar ik vrees dat ik de afgelopen weken iets te weinig naar mijn hoofd heb geluisterd. Nu ik voorzichtig wat richting de duathlons en triathlons sta ik voor een hele nieuwe uitdaging. Fietsen, zwemmen en lopen zijn alle drie leuk, lijken elkaar tot nu toe te versterken maar ik moet nog leren hoeveel ik van elke drie kan doen zonder teveel van mezelf te vragen. En daar ging het nu ergens mis.

Normaliter train ik tot de dag voor de marathon behoorlijk door. De week van de kustmarathon maakte ik nog ruim 15 zwem-, fiets en loopuur. Maar ik geloof dat wat voor training dan ook me nu in de laatste paar dagen voor de marathon niet beter gaat maken. Anders dan ik gewend ben doe ik deze dagen zo weinig mogelijk. Wat losfietsen, wat wandelen en zaterdag nog een heel klein stukje turiapark. Ik vind het lastig dat ik zo moet zoeken naar de vorm, na alle trainingsarbeid en naast mijn ambitie om zondag een goede tijd te lopen. Maar ik zie het ook als een nieuwe uitdaging. Een uitdaging om vertrouwen te houden. Om er zondag het beste van te maken. Want, zoals Chris zegt, “lastig gaat ook”. Een ultieme test om ‘te lopen op gevoel’.

Sport is een beetje als koorddansen. Zoeken naar de balans. Meestal gaat het goed. Maar af en toe vallen is niet erg. Lesson learned.

IMG-20150919-WA0002Foto: Maryvonne vd Berg